zondag 27 november 2011

Maandag 24 oktober 2011

Vandaag vertrekt onze boot om 12u 30 in Manapauri. We hebben gekozen voor een Doubtful Sound overnight cruise m.a.w. één nachtje slapen op de boot in Doubtful Sound.
Omdat we geen zin hebben om een lunchpakket mee te sleuren, gaan we eerst eens goed uitgebreid ontbijten in Te Anau zodat we er weer even tegen kunnen. Over 3 uur vertrekt onze boot, dus tijd genoeg om te eten en om daarna nog de 20 km naar de vertrekplaats te overbruggen. In de enige plaats die open leek vandaag (aja... feest van de arbeid) bestellen we een thee’tje en een maaltijd, de thee nemen we mee naar een tafel met een stopcontact in de buurt. We zitten een beetje achter op onze blog dus ideaal om nog een dagje toe te voegen :-). Opeens komt de serveerster langs (ze brengt het eten van de mensen die aan de tafel langs ons zitten) en roept nogal ruw over die tafel heen naar ons “Heb je eigenlijk gevraagd of je dat stopcontact mocht gebruiken?” Wij een beetje verbaast (normaal vragen we het altijd en krijgen we altijd de reactie “maar natuurlijk… je eet of drinkt hier toch iets…”) “Euh… nee, dat is uit onze gedachten geslopen deze keer...” Uiteindelijk was het dan toch goed voor haar want we dronken daar iets…*zuchtje* Het feit dat ze dat vroeg, vonden we niet zo erg maar de manier waarop… al roepend over een andere tafel en enorm ruw. En wij waren niet de enige die daar zo over dachten want toen ze weg was, zeiden de mensen van de tafel langs ons: “amai, die is precies met het verkeerde been uit bed gestapt”. Goed, wij doen gewoon verder… wachten op ons eten… Anderhalf uur later… nog altijd geen eten. Wij eens gaan horen aan de kassa. Hadden ze ons eten al aan iemand anders gegeven blijkbaar. Wij reclameren dat we onze boot moeten halen en dat we geen tijd meer hebben! Ze gingen onze maaltijd direct klaarmaken en gaven ons nog een gratis thee voor twee om ons koest te houden. Pfff, op die moment voelden we ons wel wat geïrriteerd: eerst is die serveerster “ik weet niet hoe grof” en dan geeft ze ons eten ook nog weg… En als we onze boot missen… dat zou pas weggegooid geld zijn!
Toen we ons eten kregen… hebben we snel gegeten en zijn we vertrokken. Gelukkig hadden we nog juist genoeg tijd om ons gerief bij elkaar te zoeken. Onze cruise kan beginnen :-D!
Deze kaart geeft weer hoe we gaan varen/rijden: Van nr1 -> 10 -> 18 -> 26. Daarna overnacht in ‘Bradshaw Sound’ (bij dat eilandje in de elleboog).

Eerst hebben we een 50 minuten durende tocht op het Lake Manapauri. Een schitterend meer met redelijk wat kleine eilanden in. In het diepst e gedeelte van het meer is het 444 m diep. Het water van dit meer is zeer helder. (zoals op zovele plaatsen hier eigenlijk)






Het waaide zo hard dat Ilse schrik had dat haar hoof der zou afwaaien ;-)


Aangekomen in West-Arm, wacht er een bus op ons. Daar is er ook het grootste hydro powerstation van Nieuw Zeeland. Deze zijn we echter niet gaan bezoeken. Raar hé, met zo een energie pipo aan uw zijde :-).
Maar, om jullie toch een idee te geven, hier een schets van hoe deze waterkrachtcentrale er uit ziet:
Enkel het 1/5 gedeelte aan de bovenkant staat boven de grond/het water. Al de rest hebben ze uitgegraven uit de harde rotsen (graniet). Dit hebben Italianen gedaan, die in die tijd gespecialiseerd waren in het boren van berg-tunnels (voor auto’s enzo). En je moet je voorstellen… mensen die aan het boren zijn in rotsen, op een breuklijn (waar dus veel aardbevingen voorkomen), met tonnen water boven zich… 1 aardbeving en alles loopt onder water!!! Ik zou dan niet vanonder (176 meter lager) willen zitten! ;-). De spiraal die je op de figuur ziet, is de toegangsweg voor de onderhoudsploeg. Hier rijden ze met een bus door en deze is 2km lang. Alle energie die hier opgewekt wordt, wordt getransporteerd naar Bluff (zuiden) waar een aluminium smelterij staat.

Tot zover de energie pipo aan het woord, nu kan ik weer verder met mijn verhaal :-).

Dus wij de bus op, de 22 km lange Wilmot Pass Road trotseren. Onze buschauffeur, John, was een vriendelijke man, die ons ook onderweg allerlei leuke weetjes heeft verteld over de weg, de omgeving en de planten. Een paar dingen die ik nog weet:
• Het heeft twee jaar geduurd eer de Wilmot Pass road af was. Dit had vooral te maken met de moeilijke bereikbaarheid van de weg (altijd via het Lake Manapauri of via de zee) en de extreme weeromstandigheden. Hierdoor is het ook de duurste weg in Nieuw Zeeland (1 dollar of 10 dollar (we weten het niet meer zeker) per cm. Wetende dat het hier om 2,5km weg gaat…). Voor het gebruik van deze weg, moeten de bedrijven nu nog altijd een bepaald jaarlijks bedrag betalen.
• Het is ook de meest afgelegen weg in Nieuw Zeeland. Geen enkele andere weg staat ermee in verbinding. Je kan er alleen geraken via boot, zeer handig natuurlijk voor de bedrijven die tochten naar Doubtful Sound organiseren.
• Er is ook een uitgebreide verscheidenheid van gekleurde mossen aanwezig en vele watervallen onderweg.



De weg was bij momenten redelijk stijl en helemaal niet geasfalteerd, chapeau voor de buschauffeurs! Onderweg is John ook nog een paar keer gestopt. Op een van deze stopplaatsen hadden we normaal een super uit zicht op Deep Cove (daar wachtte onze andere boot op ons), maar zoals op de foto te zien, was het vrij mistig.


Aangekomen in Deep Cove. Het schip, de Fiordland Navigator wordt onze nieuwe verblijfplaats voor de komende 12 uur.

Bij aankomst stonden er muffins (met rozijnen in) klaar, gemaakt door de kok van het schip, heerlijk! Hoewel het koud en winderig was, stond Reinhart uiteraard meestal op het dek om van het uitzicht te genieten. Ik ging er regelmatig eens bij staan of bracht hem een thee’tje als ik weer wat opgewarmd was binnen.





Hebben we al gezegd dat het winderig is?

Dit noemen ze “de arend” (the eagle). Alleen zijn wij hier nog niet zo geoefend in, want extreem schuin durven we nog niet op de wind te steunen :-).

Hier liggen de zeehonden te nietsen op een rots… schandalig! En wij maar werken (foto’s trekken enzo :-p)

Ondertussen waren we al aan het einde van de Sound aangekomen, dus waar de sound in de Tasmaanse zee kwam.

Er stonden een paar activiteiten op voor de geïnteresseerden. Zee kajakken, een begeleide tocht met een kleinere boot en voor de durvers een duik in het koude zeewater. Maar aangezien de zee, op het einde van de sound nogal ruw was om te zee kajakken, zijn we verder gevaren naar een zijarm namelijk de Bradshaw Sound, in de hoop dat de zee daar wat rustiger was. Daar aangekomen was de zee inderdaad een beetje rustiger geworden en konden degene die interesse hadden toch gaan zee kajakken. Wij hebben gekozen voor de begeleidde tocht om wat informatie op te doen over de sound zelf :-) en omdat Jonas, onze natuurgids, veel interessants te vertellen heeft!

Zo liet hij ons weten dat er in de Sound het laatste jaar al twee witte haaien gezien waren. (gelukkig wisten de kajakkers dit niet op voorhand ;-) maar natuurlijk konden wij het niet laten om hen dat naderhand te zeggen :-p) Waarvan ene toch van een 7-tal meter. Verder hebben we ook nog keiveel informatie gekregen over de bomen en planten in de sound, maar helaas mensen, dat kunnen we allemaal niet meer navertellen… Verrassend vonden we wel om te horen dat er in de Sound een laag zoet water boven het zoute zeewater drijft. Deze laag is normaal een halve meter dik maar kan na een hevige regenbui drie à vier meter dik worden. Dit is dus een probleem voor de mosselen aangezien deze van plantaardig afval leven zoals algen in de zee en die komen nu dus niet voor door die laag van zoet water. Maar natuurlijk heeft de natuur daar een oplossing voor namelijk de dooie omgevallen rottende bomen die in het zoete water liggen, die geven de stoffen af waarvan de mosselen kunnen leven. Conclusie: hier zijn dan toch mosselen aanwezig, maar op de rottende bomen!

Aja, ik weet niet zeker of we het al gemeld hebben maar er is één klein dingetje dat ik verschrikkelijk haat hier in Nieuw Zeeland namelijk de ZANDVLIEG. Die beesten zijn erger dan de muggen bij ons, vallen je aan met 100 in ene keer en tegen dat je het door hebt (dus effectief voelt dat ze je bijten) is het al te laat…. Gevolg: de dag erna sta je vol dikke bulten die na twee/drie dagen megahard jeuken en als je er niet vanaf blijft (wat enorm moeilijk is) zwellen ze nog meer op en gaan ze nog harder jeuken…. Ok, dit gezegd te hebben, wist Jonas ons te vertellen dat als je 1000 keer gebeten werd door zandvliegen, dan bouw je een soort van immuniteit op hiertegen. Ze bijten nog wel, maar het jeukt niet meer zo erg. Helaas zijn er 26 VERSCHILLENDE soorten zandvliegen verspreid over heel Nieuw Zeeland :-( Onbegonnen werk dus… Ik dacht: ik laat me gewoon super veel keren bijten… maar als er 26 verschillende soorten zijn…. No way daar begin ik niet aan… Zoals bij de muggen bijten bij de zandvliegen ook alleen maar de vrouwtjes. Eigenlijk hebben deze geen bloed nodig om eieren te leggen zoals de muggen. Zonder bloed kunnen ze nog een tiental eieren per keer leggen terwijl met bloed worden dit er een honderdtal :- S. Ze leven alleen op regenachtige plaatsen waar er sterk stromende rivieren zijn (de westkust is dus ideaal voor hen!) Hoe eten deze beestjes nu? Awel, ze hangen zich met hun achterste poten aan een rots in de rivier en blijven daar een beetje wapperen in de stroming totdat er een plantaardig deeltje langskomt dat ze kunnen opeten en daar klampen ze zich dan aan vast (ondertussen houden ze ook nog de rotst vast he, voor degene die dit even uit het oog waren verloren ;-p)

Hier zijn ook speciale kleine bessen (de naam ontglipt ons) die lijken op bosbessen. Maar eet ze zeker niet zomaar op want de pitjes van deze bessen zijn extreem giftig. Voor de zoo in Auckland hadden ze vroeger eens een olifant geïmporteerd en de vrachtwagen waar hij inzat, passeerde langs zo een struik. Het beestje dacht “Hmm lekkere besjes” en griste er een paar mee. Ik hoop dat hij er van genoten heeft, want het waren zijn laatste besjes… Dit hield de Maori’s echter niet tegen om van deze bessen een soort van gelei te maken. Dit doen ze door de bessen samen te drukken en het geheel te zeven zodanig dat de pitjes er niet meer in zitten. Ik zou die gelei echter nooit willen proberen… want stel dat er een pitje doorgeraakt...

Tenslotte is er hier ook een boom, lancecwoods, die volledig van gedaante verandert na 20 jaar. Tijdens zijn jeugd produceert dit boompje heel taaie, harde, lange, smalle en puntige bladeren maar eens deze volwassen is, komen er ronde, lichtgroene, malsere bladeren op. Volgens de wetenschappers komt dit door de evolutie. Vroeger at de moa (die grote struisvogel, weet je nog) alles op wat hij kon vinden. Maar deze taaie bladeren waren niet interessant voor hem. Eens de boom meer dan drie meter hoog is, kan de moa er niet meer aan en is het voor de boom veilig om lekker sappige blaadjes te produceren.

Op onze terugweg naar het schip, hoorden we opeens een schel geluid. Wat is dat? Een pinguin die op zijn maatje riep. We zijn met de kleine boot op nog geen 2 meter kunnen naderen van het beestje en die leek zich niets van ons aan te trekken! Super was dat! Onze eerste ontmoeting met de Fiordland Crested pinguïn!

Aangekomen op het schip, vroegen de bemanningsleden wie wou gaan zwemmen. Reinhart vond het uiteindelijk toch maar iets te koud (alhoewel hij dit in het begin wel zag zitten) en toen puntje bij paaltje kwam, is er niemand gaan zwemmen (wat een stoere kerels zaten er op onze boot....)

Wij zijn nog snel de douche ingesprongen (want we waren door en door nat van onze tocht :-p) en daarna stond er een heerlijk, uitgebreid buffet op ons te wachten. Hier zouden we een hele paragraaf over kunnen vertellen, zo lekker was het!Kort samengevat: Reinhart heeft genoten van het vele vlees dat aangeboden werd en ik heb van (bijna... het was echt te veel) alles een beetje geproefd. Echt super lekker!

Na het avondeten gaf onze natuurgids wat meer uitleg over het ontstaan van Nieuw Zeeland. Blijkbaar hing Zuid Amerika, Afrika, India, Australie, Nieuw Zeeland en Antarctica aan elkaar in één super groot continent dat ze Gondwana noemen. Dit is van nog voor de tijd van de dinosaurussen. Dit super continent is door verschuivingen van de aardmantel opgesplitst in de continenten die wij nu kennen. Zo bestaat Nieuw Zeeland uit het “afval” van Australië. Doordat er een tektonische plaat onder Australië doorschoof, brokkelde Australië af en dan krijg je “steengruis” (maar dan véél groter). Na verloop van tijd is de stroming van de magma in het binnenste van de aarde verplaatst, waardoor dit “steengruis” zich van Australië weg bewoog. Dit werd later Nieuw Zeeland. Veel gesteenten die in Australië voorkomen, komen zo ook in Nieuw Zeeland voor. In het Zuid Eiland vind je bv goud terug. Op een bepaalde plaats in Australië ook. Best wel interessant al die tektonische verschuivingen. (na de presentatie had ik zo iets van... veel interessanter dan de lessen Aardrijkskunde van vroeger :-)).

Midden in de presentatie hoorden we opeens de motoren van het schip terug opstarten en begon Jonas raar voor zich uit te kijken. Ok na een halve minuut ging hij dan toch maar verder met de presentatie… echter na een paar minuten zegt hij opeens “misschien moet ik toch maar gaan kijken of ik geen extra lijn moet vastmaken”.
Wat was er dus gebeurd, terwijl wij de presentatie kregen: de hevige wind was een storm geworden en het schip was maar met één lijn vastgemaakt aan het anker. Normaal gezien is dit genoeg om het schip op zijn plaats te houden, maar nu vertrouwden ze het niet en wilden ze er een tweede lijn aan vast maken. Volgens Jonas was dit nog nooit eerder voorgevallen. Op de zee, in een hevige storm, zalig!

Zodus, verder met de presentatie: Wat is het verschil tussen een Fjord en een Sound? Een fjord is uitgesleten door een gletsjer, en vertoond een grote U-vorm, met rechte steile bergwanden. Terwijl een sound uitgesleten is door een rivier en daardoor een V-vorm heeft, met minder steilere wanden. Hoewel Doubtful Sound (Twijfelachtige Sound) een fjord is, noemde kapitein James Cook dit in 1770 verkeerd ;-). Hij koos deze naam omdat hij vanuit de Tasmanian zee naar de fjord keek, en hij twijfelde of hij er wel terug uit zou kunnen zeilen eens hij er in ging. Dit omdat de wind vanuit zee naar de fjord blies en hij wist niet hoe lang (dagen, weken, maanden,…) het ging duren voordat de wind zou omdraaien.

Nieuw Zeeland was vroeger een land vol bossen en vogels. Er leefden bijna geen zoogdieren. Daarom zijn de vogels gestopt met te vliegen en heb je hier zoveel loopvogels. Eigenaardig genoeg zijn de enigste oorspronkelijke zoogdieren vleermuizen. Doordat de meeste vogels op de grond leefden is nergens ter wereld de invloed van de mens zo nefast geweest als hier in Nieuw Zeeland. Met de komst van de mens werden er ook andere dieren geïntroduceerd. De Maori brachten de rat mee (die aten ze onderweg, maar die grote kiekens in Nieuw Zeeland smaakten beter). Gevolg: die grote kiekens (de Moa) zijn uitgestorven en de ratten jagen op de eieren van de kiwi en andere zeldzame vogels. Daarna kwamen de Europeanen, en die hebben alle bossen verwoest (net zoals ze in Europa deden). Ze brachten schapen, konijnen mee, en toen ze bont wilden produceren, hebben ze de Possum(volgens wikipedia vertalen ze dat in het nederlands naar koeskoezen) vanuit Australië meegebracht. Vergeleken met australie was het hier in Nieuw Zeeland een paradijs voor de possums. Het voedsel dat ze hier ter beschikking hadden was een zegen voor hun vacht. Een paar possums zijn echter kunnen ontsnappen en nu leven er meer Possums in het wild dan dat er schapen zijn (ze vermoeden 10 keer meer (en er zijn vier keer zoveel schapen in Nieuw Zeeland als mensen)). Het probleem met de possum is dat ze hetzelfde eten als de loopvogels én ze jagen daar boven op eieren en kuikens van bijvoorbeeld de kiwi. Een regelrechte ramp voor het eco-systeem hier dus.

De konijnen die losgelaten zijn, kweken uiteraard als konijnen waardoor er een konijnenplaag ontstond. De stoat (=hermelijn) is een natuurlijke vijand van de konijnen in Europa. Dus hebben ze er niets beters op gevonden om de stoat ook los te laten in Nieuw Zeeland om de konijnenplaag te bedwingen. En wat denk je… gaat die stoat jagen op een zeer snel lopend konijn? Of eerder op een loopvogel die gewoon blijft zitten en zich afvraagt wat dat beest is dat hij nog nooit eerder zag? Een tweede ecologische ramp. (aja, voor degene die het zich nog herinneren op donderdag 6 oktober hadden we het over “possum”-vallen dat klopt dus niet, dat waren stoat vallen.)

Een derde grote bosdoener zijn alle honden en katten die ieder mens graag houdt.

Een mooie dag waar we keiveel informatie hebben opgedaan. (waar we de helft nog niet van hebben beschreven :-)) Op naar ons bedje in de buik van de boot. (ons bedden lagen onder het water niveau ;-))

woensdag 23 november 2011

Zondag 23 oktober 2011

Deze morgen had Ilse last van haar rug en schouders (dat in de auto zitten he...), daarom zijn we terug naar Riverton gereden om een masseur te zoeken. Maar helaas, dit weekend was het een verlengd weekend (maandag vrij) omdat het ‘labor day’ was, maw, de dag van de arbeid. Eigenlijk erg hé... dat ze op de dag van de arbeid niet werken... maar kom dat is niet alleen hier zeker :-p. Zodus, geen masseur.

Wel was er vandaag een “garage verkoop”, de enige dag dat iedereen die wil in zijn garage een rommelmarkt mag organiseren. Er wordt redelijk wat reclame voor gemaakt en om daar naartoe te gaan kun je een kaart kopen waarop staat waar die verkopen allemaal doorgaan. Maar omdat wij geen zin hadden om zo een kaart te kopen, dachten we "Kom,wij gaan gewoon eens door het stadje rijden en zien of we nergens zo een verkoop zien". Het eerste zijbaantje dat we tegenkwamen ingedraaid, en jawel... een garagepoort die openstaat en vele auto’s op straat geparkeerd. Eens zien wat ze daar in de aanbieding hebben. Er stonden wat meubeltjes, servies, een jetski en wat knuffelbeertjes. Hierin vonden we een mooie knuffel die we voor Femke (mijn petekindje) hebben gekocht. Omdat er een kans bestaat dat Femke deze blog ook leest, gaan we natuurlijk niet zeggen dat het een koningspinguïn is. Dus sssssht, niet verder zeggen hé! Na deze garage, zijn we andere mensen gevolgd in "James Bond stijl", naar de volgende garage-verkoop. Zo hebben we er enkelen gedaan. Soms is het erg om te zien wat sommigen aanbieden: niet afgewassen bestek en potjes, maar soms vloeit er ook een heel leuk gesprek uit voort. Zoals met een dame die haar huis verkocht en van de gelegenheid gebruik maakte om wat dingen die ze niet mee wou verhuizen kwijt te geraken. Jammer genoeg konden wij niets doen met de koelkast en dressoir die zij aanbood, maar het was wel een aangename dame!

Na deze gezellige rondtocht, zijn we verder richting Te Anau gereden. Onderweg nog een klein baantje ingedraaid dat opeens een aardeweg werd. Jammergenoeg was dit baantje halverwege afgesloten en konden we dus niet verder. Vlak voordat de baan werd afgesloten was een soort van vakantieoord (nee, niet met caravans, denk eerder aan een grote boerderij waar cabines staan waar de trekkers/wandelaars/klimmers overnachten voordat ze de ruwe bergen in trekken). De uitbater had zelf ook een soort van informatiepunt. Hij wist niet waarom de weg afgesloten was, maar hij vermoedde omwille van te veel sneeuw (sneeuw eind oktober?) [Dit is zuid Nieuw Zeeland, dit ligt even ver van de evenaar als het noorden van Italië. Eind oktober is equivalent met eind april bij ons.]. Aangezien we niet verder konden zijn we maar terug gereden. Wel raadde hij ons nog een boemerang-vormig meer aan. Waar dit meer in een rivier uit komt, hebben we deze foto gemaakt.

Hierna verder naar Manapouri, waar ze cruises naar ‘Doubtful Sound’ aanbieden. Deze werd ons aangeraden door Tom die we in Invercargill tegenkwamen. Hier boeken we de cruise die om 12 uur ‘s middags de volgende dag vertrekt. Vandaag voelde ik me wat ziekjes, dus we hebben het rustig aan gedaan. Maar, na het eten ging het weer héél wat beter. We hadden onszelf precies (weeral) eens uitgehongerd ... :-s

Omdat het vandaag de finale is van de rugby wereldcup, waarbij Nieuw Zeeland het opneemt tegen Frankrijk, en we nog geen enkele match gezien hadden, besloten we om vanavond onze eerste en laatste match mee te volgen. De beste plaats hiervoor leek ons Te Anau. In Te Anau mag je echter niet wild kamperen, dus zochten we iets in de buurt. Op 7,2km van Te Anau hadden we een kampeerplaats gevonden. Een half uur voor de match kwamen we aan in een café/eethuis in Te Anau, dat "The moose" (de eland) noemde. Er was echter al bijna geen plaats meer om te zitten, enkel in het eetgedeelte waren nog stoelen vrij. Wij ons daar maar gezet.

Tegenover ons kwam een Duitser eten, die al meer dan een jaar op reis was. Heeft gewerkt in Ierland, en daar moest het bedrijf waar hij werkte afslanken door de crisis. En, zo zei hij, terwijl iedereen hoopte van zijn job niet kwijt te raken, zat hij te wuiven van “ontsla mij! Ontsla mij!”. Gevolg, hij kreeg nog een mooie ontslagvergoeding ;-) waardoor hij nog wat verder kon reizen. Nu zit hij voor een jaar in Nieuw Zeeland. Morgen begon zijn eerste werkdag... dus hij hoopt dat ze het hem vergaven dat hij op deze “grote dag” misschien iets minder fris kwam opdagen. Wat later toen hij weg was, kwam er een Australische van Chinese afkomst naast ons zitten met haar vader en tante. Haar vader was in der tijd naar Sydney geëmigreerd en haar tante kwam eens op bezoek. Zij heeft deze foto van ons genomen :-D.

Gelukkig hebben de Nieuw Zeelanders gewonnen en zo dropen die enkele Fransmannen die er waren met hun staart tussen de benen af. Het ging er wel woelig aan toe met die uitgelaten NZ-ers. Wij terug naar de slaapplaats, 7,2km van Te Anau. Goed dat we het zo onthouden hadden, anders hadden we het nooit teruggevonden ;-) (aja er was geen straatverlichting...).

Zaterdag 22 oktober 2011

Vandaag vertrokken we, op aanraden van Tom, verder naar het westen, Riverton en zo via Orepuki naar Te Anau. Iets na Riverton ligt “Monkey Island” (het Apen eiland). Dit is eigenlijk gewoon een rots die je enkel bij laag water kunt bereiken. Hier waren wat lokale mensen aan het vissen en op een of andere manier geraakten we met ze aan de praat. Zo boden ze bier met rauwe mossels aan. Ik heb er één geproefd, maar Ilse had hier geen zin in (volgens Ilse : mosselen zien er zo al vies ui...stel je voor dat je ze rauw moet eten...ieuw!). Maar ik vind dat een rauwe mossel beter smaakt dan een rauwe Oester :-). Dean, de man met zijn zwart/blauw geruite pullover vertelde ons dat je per persoon per dag maximaal 50 mosselen mag rapen, en dat je enkel de grote mosselen mag nemen. Blijkbaar controleren ze dat hier (de “coast gard”, daar is zelfs een soort van programma van dat bijvoorbeeld mensen opspoort die illegaal paua opvist en verkoopt (het zwarte goud noemen ze dat hier ook wel)). Van mossels ging het gesprek dus over naar Paua, en Dean zou mij kost wat het kost tonen hoe je een paua vangt. Een paar uur en heel wat biertjes later nog geen enkele paua gevonden. Ook kwam het water inmiddels omhoog. Aangezien paua zich verschuilen onder de rotsen onder het laag water niveau, konden we niet veel meer doen. Even waren ze nog aan het overwegen om te gaan zwemmen, maar uiteindelijk leek het hen toch te koud te zijn :-D

Vervolgens zijn we verder gereden met hier en daar wat korte stops. In Tuatapere zochten we een kampeerplaats langs het strand, maar je raad het nooit... inderdaad “no overnight camping!”. Dan maar verder zoeken... een keien weg naar een ander stuk strand. Hier geen bordjes, dus dat ziet er al goed uit. Dan zag ik opeens een goed plekje en wij daar naartoe. Ilse zegt opeens “Reinhart, oppassen dat de auto niet vast komt te zitten he.” “Neenee Ilsemieke, maak je maar geen zorgen” *5 seconden later echter* “A crap...”
Daar stonden we mooi… achteruit ging niet… vooruit ging niet… Ik probeerde nog doormiddel van de voor-achter-schommelbeweging (jah, hoe moet ge dat in’t nederlands zeggen?) er uit te geraken… zonder resultaat.
Maar we hadden weer geluk he,achter ons reed een jeep met een trekhaak die de andere afslag wou nemen :-D Hij heeft ons losgetrokken! (alsof die wist dat wij ons gingen vast rijden en ons volgde...). Hij wist ons te vertellen dat hij zelf ook problemen had met de andere afslag, en dat hij zijn 4x4 moest opzetten om er uit te geraken dus hij vermoedde al dat hij ons moest lostrekken ;-). Een minuut later zaten we al terug op de baan. Veel zin om verder door te rijden hadden we niet, ook al omdat we sinds ‘Monkey Island’ geen slaapplaats meer gezien hadden en vermoedde dat er verder ook niet veel kans is. Daarom maar terug naar Monkey Island voor een slaapplaats.

vrijdag 11 november 2011

Vrijdag 21 oktober 2011

Vandaag zitten we in een Hostel, en we hebben besloten van het rustig aan te doen. Tijd om de blog up te daten, een kaartje te sturen naar mijn petekindje en wat van Invercargill te zien : een museum (over onder andere de plaatselijke fauna, met meer uitleg over verschillende diertjes die we reeds gezien hebben en diegene die we hopelijk nog gaan zien) en een plaatselijke brouwerij. Een gezellige stad kun je het niet noemen, veel te veel industrie en minder verzorgde huizen... maar ja.
De uitbater van deze hostel had een duits meisje in dienst genomen om de hostel uit te baten. Maar eigenlijk was ze hier niet zo goed in. Ze gaf hare uitleg altijd met een zuur gezicht en als iemand haar iets vroeg dan trok ze een gezicht van “wat moet je nu weer”. Hier kwamen we ook Tom tegen, een Nederlander (die in Maaseik op school heeft gezeten!!! Wat is de wereld toch klein he!) die de westkust al gedaan heeft, en ons wat advies gaf over plaatsen die we zeker wel, en welke niet moeten bezoeken. Tom is van plan om op Steward Island de 10 daagse tocht te maken, maar hij heeft zijn voet verzwikt, daarom gaat hij nog een week hier blijven om te herstellen. Zo een wandeling op Steward Island staat ons ook wel aan... maarja... gaan wij dat aan kunnen? Toch nog eens overdenken...

Donderdag 20 oktober 2011

De volgende dag de hele weg die we reeds gedaan hebben terug. Weer langs de Cathedral caves (Kathedraal grot in zee), die spijtig genoeg gesloten was. Daarna op weg naar een andere grote waterval, waarvan ik me de naam niet meer herinner :-S

Een wandeling door het regenwoud van de ene waterval naar de andere.





Hier was Ilse het een beetje beu dat ik altijd foto’s van haar nam. En dat wou ze duidelijk maken door met haar kontje te schudden... alsof ik dan geen foto’s meer ga nemen :-p.
Volgende stop was aan een eigenaardige plaats. Naar het schijnt heeft hier vroeger, 170 miljoen jaar geleden, nog voordat er vogels en bloemen bestonden, een bos gestaan. Blijkbaar is dit gebied meermaals overstroomd geweest met modder, waardoor de bomen versteend werden (dit is uitzonderlijk, meestal rotten bomen gewoon weg, maar omdat hier geen zuurstof aan kon zijn ze versteend.) Daarna heeft het inbeuken van de zee de gesteenten weg geërodeerd waardoor de versteende bomen zichtbaar werden, zoals je op de foto’s kunt zien.
Hier zou ik niet willen wonen... want hier heb je regelmatig modder-overstromingen (wel om de paar duizend jaar ofzo, maar toch ;-))





Hierna zijn we via een klein baantje verder gereden richting Invercargill. In Otara staat er een vuurtoren en hier gingen we nog eens naar het strand kijken. Hier zagen we volgende zeeleeuwen (die zijn echt wel groter dan de zeehonden die we eerder gezien hebben).

Ook waaide het hier enorm hard, je moest enorm je best doen om niet omgeduwd te worden door de wind. Uit veiligheid deden we zelfs maar één deur tegelijkertijd van de auto open, om er zeker van te zijn dat niet de halve auto opeens buiten rondvloog.
Weer overal “no overnight parking” bordjes. Daarom zijn we doorgereden naar Invercargill, voor een hostel.

Woensdag 19 oktober 2011

Toen we ‘s morgens wakker werden, zag ik dat we op iets dat op een parking leek stonden, en aan de baan stonden bordjes. Dus ik er uit om eens te zien wat daar op stond. Hier stond “omkeerplaats voor vrachtwagens, verboden te parkeren!” Woepsie! (niet gezien zonder straatverlichting!). Dan maar snel Ilse uit haar bed sjotten, en wij de baan op! :-D Terug naar het beginpunt van de Catlins.
Eerste stop is “Jack’s blowhole”! (voor de niet Engelstaligen, het neusgat van walvissen, bovenop hun kop, waar ze lucht uit spuiten (en wat er dus uitziet zoals een fontein), dat noemen ze een “blowhole” in het engels.) Om aan dat blowhole te geraken moesten we een kleine wandeling maken. Schitterende uitzichten hadden we onderweg.

Zoals je op het waarschuwingsbordje kunt lezen, is de “blowhole” een groot gat van 55 meter diep, 144 m lang en 68 m breed. Met een ondergrondse tunnel van zo’n 200 meter.

De blowhole zelf ziet er zo uit:


Na van dit natuurgeweld genoten te hebben, de terugwandeling :


Volgende stop de Purakaunui waterval (nee, deze naam hebben we niet zelf verzonnen).



Hier kwamen we nog wat oudjes tegen met hun wandelstok (een oude knar met zijn twee metgezellinnen). Zo wist deze oude knar te vertellen dat hij hier 25 jaar geleden ook was, maar dat er toen niet zoveel water van deze waterval afkwam. Ook waren ze nu een tripke rond het zuideiland aan het maken, dezelfde tocht als toen (25 jaar geleden). Maar... zijn vriendinneke moest wel met de auto rijden, want zij was de jongste van de drie (maar 67 jaar). Jaja, toffe mensen... alleen moeilijk te verstaan soms :-S. En de dames stonden er bij en maakte zo’n opmerking van “ja, we moeten altijd op’t menneke wachten hé, hij zit het altijd tegen iedereen zo uit te leggen :-D’. Ik zie mezelf over 50 jaar zo al bezig, terwijl Ilse reageert gelijk deze dames :-D
Volgende stop, de Matai waterval en de Horseshoe (paardeschoen) waterval. Twee watervallen na elkaar.


Even een verfrissende douche... en we kunnen weer verder, kwestie van niet alle dieren te verjagen hé ;-)

Hierna een wandelingetje gemaakt over Tautuku beach. Hier lag een dood kalf (waar we speciaal voor jullie geen foto van genomen hebben :-p). Vermoedelijk is deze van een klif gesukkeld. Verder niet veel te zien op dit schelploze strand met enkel zand... en water... en nog meer zand... en nog meer water :-D.
Hier in de Catlins heb je overal bordjes met “no overnight camping/parking”. Maar, begin vandaag aan de Purakaunui waterval, stonden deze bordjes niet. Wij dus helemaal terug voor een slaapplaats! (Ja, we weten het... slecht voor’t milieu, maja, wij hebben die bordjes hier niet gezet hé!).